Zelfregulerend leren en teamteaching: een krachtige combinatie 

Kennis en voorbeelden

Zelfregulerend leren en teamteaching lijken een onafscheidelijk duo te vormen in de klas. Enerzijds biedt teamteaching kansen om de zelfregulerende vaardigheden van leerlingen extra te begeleiden. Anderzijds is het om bepaalde teamteachmodellen succesvol in te kunnen zetten belangrijk dat leerlingen het eigen leren kunnen reguleren.     

Wat is zelfregulerend leren?

Zelfregulerend leren (ZRL) krijgt de laatste jaren steeds meer aandacht als een sleutelcompetentie voor levenslang leren in een snel veranderende wereld. In de lerarengids  ‘Zelfregulerend leren, Hoe?Zo!’ definieert Peeters ZRL als ‘[...] het cyclische proces waarbij een lerende zijn gedrag, gedachten, gevoelens én motivatie zelf richting geeft met het oog op het bereiken van zijn leerdoelen en afhankelijk van zijn context.’ (Peeters, 2022, p.12)
Volgens Zimmerman (2002) kunnen leerlingen hun eigen leren reguleren als ze hun sterke punten en beperkingen kennen, als ze persoonlijke doelen kunnen stellen, als ze hun gedrag en prestaties kunnen plannen, monitoren en evalueren en als ze gemotiveerd zijn om hun aanpak te verbeteren. Dit alles stelt leerlingen in staat inzicht te krijgen in hun eigen leerprocessen, wat leidt tot diepgaander leren en een grotere kans op een succesvolle loopbaan (Pandadero, 2017; Vrieling, Stijnen & Bastiaens, 2018; Van den Bergh & Ros, 2021). 

Meer informatie over ZRL?

Teamteachmodellen en zelfregulerend leren

We mogen er niet zomaar vanuit gaan dat leerlingen zelfgestuurd kunnen leren. ZRL moet je aanleren. Als leerkracht kan je je leerlingen hierbij ondersteunen, bv. door regelmatig effectieve feedback te geven over hun leerproces. Verschillende teamteachmodellen bieden kansen om leerlingen hierbij te begeleiden.  

Het observatiemodel: Een leerkracht heeft de mogelijkheid om doelgericht verschillende zelfregulerende vaardigheden van enkele leerlingen nauwkeurig in kaart te brengen, terwijl de andere leerkracht de volledige klasgroep begeleidt. Met behulp van die observatiegegevens kan je leerlingen feedback geven en hen actief ondersteunen bij hun ZRL. 

Ondersteuningsmodel: Eén leerkracht kan specifieke leerlingen ondersteunen bij bijvoorbeeld het stellen van doelen, het plannen van hun werk of het controleren van hun werk terwijl de andere leerkracht de instructie voor de klasgroep begeleidt. Dit biedt mogelijkheid tot directe feedback op hun zelfregulerende vaardigheden. 

Parallel model: Door groepen in te delen op basis van zelfsturende vaardigheden, kunnen er leerstrategieën op maat aangeleerd worden en kunnen leerlingen kort-op-de-bal feedback krijgen.  

Interactief model: Twee leerkrachten kunnen samen via een rollenspel voordoen aan de leerlingen hoe ze bij zichzelf en bij hun klasgenoten het leren kunnen sturen.  

Omgekeerd kan je ook meer rendement halen uit bepaalde teamteachmodellen als je leerlingen over voldoende zelfregulerende vaardigheden beschikken. Zo kunnen leerlingen die het eigen leerproces realistisch kunnen inschatten, bewust kiezen voor de subgroep met de voor hen beste aanpak (cf. parallel model). Het leerrendement in de verschillende zelfstandige hoeken van een hoekenwerkmodel zal groter zijn, wanneer de leerlingen in staat zijn om het eigen leren al min of meer aan te sturen. Bovendien kan je ook veel gerichter ondersteuning bieden (cf. ondersteuningsmodel) als je als leerkracht(en) voldoende zicht hebt op de zelfregulerende vaardigheden van jullie leerlingen. 

Voorbeelden en tips om zelfregulerend leren te stimuleren

Kleuteronderwijs 

Praktijkvoorbeeld 1: Executieve functies ondersteunen de ontwikkeling en het gebruik van zelfregulerende vaardigheden.  Juf Els uit GBS ‘t Klavertje vertelt in dit artikel "Tussenstappen voor mijn kleuters kies ik heel bewust" (Klasse) hoe zij werkt aan executieve functies. We geven hieronder enkele voorbeelden van hoe je de tips van juf Els via teamteaching nog kan versterken:  

  • Mindmap maken over een nieuw thema met het observatiemodel: Eén leerkracht observeert gericht op welke manier enkele kleuters deelnemen aan het klasgesprek dat de andere leerkracht begeleidt. Kunnen ze aandacht erbij houden? 

  • Een koe namaken in plasticine met het parallel model: 1 leerkracht werkt met een groepje kleuters dat extra ondersteuning nodig heeft en past het tempo en de tussenstappen aan. Ondertussen werkt de andere leerkracht aan dezelfde opdracht met de andere kleuters die al vaardiger zijn. Zij kan iets sneller gaan en de kinderen ook al laten experimenteren met andere vormen. 

  • Ijsje kopen met een interactief model: twee leerkrachten doen een rollenspel ‘ijsje kopen’ om kleuters te stimuleren hun handelingen te verwoorden. 

  • Tussentijdse evaluatie op de koe in klei met het hoekenwerkmodel: een leerkracht kan tijdens een begeleide activiteit in een kleine groepje onmiddellijk individueel feedback geven, terwijl de andere het overzicht over de andere kleuters in de andere hoeken bewaart.  

Lager onderwijs 

Praktijkvoorbeeld 1: Executieve functies ondersteunen de ontwikkeling en het gebruik van zelfregulerende vaardigheden. Gebruik bijvoorbeeld de executieve functie-kaarten van Klasse om het ZRL van je leerlingen te stimuleren.  Bespreek bv. met je teamteachcollega de ‘selfiekaart’ en krijg inzicht in jullie eigen executieve functies. Voor het gebruik van de ‘spiegelkaart’ is het extra handig om met twee voor de klas te staan. Met twee heb je mogelijk meer (kleine dingen) gezien en kan je vaak sneller tussendoor feedback geven aan leerlingen (cf. observatiemodel en ondersteuningsmodel). Met het interactief model kan je bijvoorbeeld tijdens de les expliciet benoemen welke strategie je collega net toepaste. Dit kan een krachtige vorm van modelleren zijn voor je leerlingen.   

 Praktijkvoorbeeld 2: Met de hulpdriehoek van Klasse leren leerlingen op gepaste momenten hulp vragen en heb je als leerkracht een overzicht van waar leerlingen staan in hun leerproces. Als je met twee leraren in de klas aanwezig bent, heb je meer ruimte om zelfregulerende vaardigheden expliciet te bevragen. Bijvoorbeeld welke stappen de leerling ondernomen heeft voordat hij hulp van de leerkracht vroeg. Ook kan je met twee leerlingen met vragen sneller opvolgen. Merk je dat verschillende leerlingen het moeilijk hebben omdat hun driehoek op ‘roze’ staat, dan kan een leraar deze leerlingen apart nemen en verlengde instructie geven of extra ondersteunen, terwijl de andere leraar de rest van de klasgroep blijft opvolgen.    

Ook praktijkvoorbeelden 1 & 2 van secundair onderwijs zijn toepasbaar in basisonderwijs. 

Secundair onderwijs

Praktijkvoorbeeld 1: Met behulp van teamteaching kan je extra inzetten op de executieve functies van leerlingen, bijvoorbeeld met de taakplanner voor tieners van Klasse.  

  • Het ondersteuningsmodel geeft een leerkracht de kans enkele leerlingen te ondersteunen bij het plannen van hun taken, terwijl andere leerlingen dit zelfstandig doen.  

  • Het parallel model biedt kans om met een groep leerlingen een opdracht te leren plannen door gebruik te maken van tussenstappen, terwijl de andere groep leerlingen ook de opdracht leert plannen maar daarbij ook stilstaat bij emoties en faalangst. De groepen worden dus ingedeeld op basis van zelfregulerende vaardigheden.      

Praktijkvoorbeeld 2: Leerlingen moeten zichzelf inschalen in het driesporenbeleid. Terwijl een leerkracht een groepje leerlingen begeleidt bij het maken van oefeningen, kan de andere leerkracht bekijken of leerlingen zich correct hebben ingeschat en dus in de juiste groep zitten en zelfstandig aan het werk kunnen. Indien leerlingen niet in de juiste groep blijken te zitten, kan de leerkracht hier meteen op inspelen door te vragen op welke manier de leerling zichzelf heeft ingeschat. Eventueel kan de leerling dan nog veranderen van groep (cf. parallel model).

Praktijkvoorbeeld 3: Leerlingen moeten in hun weekplanner zelf noteren wanneer ze aan hun taken voor Nederlands, wiskunde en Engels werken. De eerste weken van het schooljaar zetten de leerkrachten hard in op het leren werken met de weekplanner. Na een tijd kunnen de meeste leerlingen dit, maar sommige leerlingen blijven extra ondersteuning nodig hebben. Terwijl een leerkracht de volledige klasgroep instructie geeft, kan de andere leerkracht in het begin van de week samen met die leerlingen hun weekplanner invullen en op woensdag controleren hoe het werk verloopt (cf. ondersteuningsmodel). 

Ook praktijkvoorbeelden van basis onderwijs zijn toepasbaar in secundair onderwijs. 


Geraadpleegde bronnen

Panadero E (2017) A Review of Self-regulated Learning: Six Models and Four Directions for Research. Front. Psychol. 8:422. doi: 10.3389/fpsyg.2017.00422 

Peeters, J., (2022). Zelfregulerend leren. Hoe? Zo! Voor elke leersituatie, in elk vak en met elke leerling. Lannoo Campus 

Van den Bergh, L., & Ros, A. (2021). Begeleiden van actief leren. Theorie en praktijk van zelfsturing en samenwerking. Uitgeverij Coutinho.  

Vrieling, E., Stijnen, S., & Bastiaens, T. (2017). Successful learning: balancing self-regulation with instructional planning. Teaching in Higher Education, 23(6), 685–700. https://doi.org/10.1080/13562517.2017.1414784 

Zimmerman, B. J. (2002). Becoming a self-regulated learner: An overview. Theory into Practice, 41(2), 64-70